Hoe plant ik mijn nieuwe boom?
Zo snel mogelijk planten
Het is belangrijk om jouw nieuwe boom zo snel mogelijk te planten. Het liefst nog op dezelfde dag dat je jouw boom hebt ontvangen. Dit voorkomt uitdroging van de wortelkluit. Dit geldt zeker voor de fruitbomen, aangezien deze geen wortelkluit hebben. Mocht je zo snel niet in de gelegenheid zijn, bedek de wortels dan goed met grond of een grote hoop bladeren.
De perfecte locatie kiezen
Een boom heeft genoeg ruimte nodig om te kunnen groeien. Zorg er daarom voor dat je een plantplaats kiest in jouw tuin waar voldoende ruimte is. Houd een straal van ongeveer 1 meter vrij rondom de stam (onverhard). Verder adviseren wij om de boom op minimaal 2 meterafstand van de erfgrens met de buren te planten. Zo voorkom je burenruzies.
Maak een ruim plantgat
Het plantgat moet ruim genoeg zijn voor jouw nieuwe boom. Graaf hierom een plantgat dat minimaal 1,5 keer zo breed en diep is als de breedte van de wortels van de boom. Dit zorgt ervoor dat de boom beter en makkelijker kan wortelen in de losgemaakte grond. Zorg er voor dat alle wortels gespreid kunnen worden in het gat. Ze mogen niet gedraaid zitten of aan de buitenzijde van het plantgat omhoog wijzen. Snoei de wortels niet!
Plant de boom niet te diep
Zet een boom nooit te diep in de grond. Een goede indicatie voor de diepte waarop de boom geplant moet worden, is de verkleuring op de grens tussen stam en wortel. Dit geeft aan hoe diep de boom heeft gestaan bij het kweken. Bij het planten moet hij weer op deze diepte komen te staan.
Vul het plantgat met goede grond
Vul het plantgat weer op. Gebruik hiervoor grond met goede kwaliteit en een fijne structuur, bijvoorbeeld potgrond of een mengsel hiervan. Gebruik geen zand!
Spoel de grond tussen de wortels
Na het vullen van het plantgat met grond kunnen er mogelijk nog luchtholtes zijn tussen de wortels. Spoel, om dit te voorkomen, met water de losse grond goed tussen de wortels. Schudt eventueel de boom licht op en neer. Als het plantgat goed is opgevuld, kun je de grond zachtjes aandrukken. Stamp niet te hard.
Zorg dat de boom mooi recht staat
Staat de boom op een plaats met veel wind, dan wordt geadviseerd om boompalen naast de boom te plaatsen. Plaats de paal op een afstand van ongeveer 30 centimeter aan de kant waar de meeste wind vandaan komt. Breng een boomband aan in de vorm van een achtje. Controleer na een storm of uw nieuwe boom nog steeds recht staat.
Verzorg de boom
Geef jouw boom in de eerste jaren na het planten de nodige aandacht en verzorging. Geef de boom vooral goed water in de eerstvolgende lente/zomer, wanneer de boom weer in het blad staat. Geef liever in één keer voldoende water per 14 dagen, dan iedere dag een beetje. Controleer in deze periode regelmatig of de grond op een paar centimeter diepte niet is uitgedroogd.
Hoe onderhoud ik mijn nieuwe (fruit)boom?
Snoeien sierboom
Drie jaar na aanplant is het tijd om jouw boom een snoeibeurt te geven. Snoeien is maatwerk. Je kunt voor jouw specifieke boomsoort snoei-instructies vinden op het internet.
Over het algemeen geldt:
-Snoei één keer per 2 jaar;
-Snoei niet van augustus tot het moment van verkleuring. De boom transporteert in deze periode belangrijke voedingsstoffen naar de wortels;
-Snoei niet meer dan 20% van de blad-dragende takken;
-Snoei takken aan de basis;
-Snoei dood hout, schurende takken en zieke of aangetaste takken altijd weg.
Let op! Snoei niet als:
-Er sneeuw ligt;
-Het langere tijd vriest;
-Het lang extreem droog of warm is;
-Felle zon schijnt.
Snoeien fruitbomen
Geadviseerd wordt om bij de fruitbomen de eerste vijf jaar vormsnoei toe te passen.
Vormsnoei is het in vorm brengen van de fruitboom met als doel om 4-5 stevige zijtakken te laten ontstaan die het fruit kunnen dragen.
Wintersnoei:
Pas in de winter vormsnoei toe. Vormsnoei is het verwijderen van dood hout, kruisende takken en takken die naar binnen groeien. Kort daarnaast de gesteltakken met één derde in. Dit stimuleert diktegroei wat zorgt voor sterkere takken. Tijdens de winter zit er geen blad aan de boom en is het gestel van de boom goed zichtbaar.
Zomersnoei:
Door tijdens de bloei te snoeien krijgt de boom betere vruchten. De boom steekt zijn energie hierdoor namelijk in de vruchten in plaats van in de bladeren. Snoei de takken die recht omhoog groeien weg. Snoei de boom niet te kaal, want ook de bladeren kan de boom goed gebruiken.
Water
Geef jouw nieuwe boom na het planten regelmatig water, met name tijdens droge of warme periodes. De eerste drie groeiseizoenen na aanplant heeft de boom tijdens droge periodes behoefte aan extra water. Na drie jaar zijn de wortels van de boom zodanig ontwikkeld, dat de boom zelfstandig voor zijn watervoorziening moet kunnen zorgen. Geef niet te weinig, maar ook niet te veel water. Bij te veel water krijgen de wortels geen zuurstof en sterven ze af. Om te controleren of het vochtig genoeg is kun je de grond van 15cm diepte tussen de vingers voelen. Je voelt dan makkelijk of dit vochtig of droog aanvoelt. Voelt het nog vochtig aan dan hoef je geen water te geven. Tijdens droge perioden moet je dit wel wekelijks controleren.
Voeding
Na de aanplant heeft de boom organische bemesting nodig. In de natuurlijke cyclus valt er organisch materiaal zoals bladeren, bloesem- en vruchtresten onder de boom neer en composteert. Indien je organisch materiaal onder de boom verwijdert, is het nodig om organisch te bemesten in de vorm van compost.